© Copyright Fred van Bergeijk Fotografie – All rights reserved.

Normandië

In juni 2019 ben ik een week naar Normandië geweest. Ik had toen eigenlijk 3 redenen om daar naartoe te gaan. Ten eerste was daar het WK voetbal voor vrouwen, waar ik enkele wedstrijden van wilde bezoeken. Ten tweede was er het 75-jarig jubileum van D-Day, de invasie van de geallieerde troepen op de stranden van Normandië. En ten derde wilde ik graag weer eens terug naar de omgeving van Étretat, waar ik in mijn tienerjaren heel vaak was geweest.

Op zaterdag 8 juni was de heenreis. We waren vroeg vertrokken. Maar door files bij Antwerpen en zware regenval hadden we onderweg vrij veel oponthoud. We moesten ons nog haasten om voor 6 uur bij het appartement te zijn om in te checken. Daarna snel de auto uitgeladen en naar Étretat gereden om nog even te genieten van de zonsondergang en een hamburger te eten bij de Taverne des deux Augustins.

Op zondag 9 juni werden er ten zuid-westen van Sainte-Mère-Église (Ten zuiden van La Fière, in het stroomgebied van de Merderet) ongeveer 1000 internationale parachutisten gedropt ter herdenking aan 75 jaar D-Day. Dat leek ons een spektakel dat we moesten bijwonen. Het zou om 11 uur beginnen en we moesten ruim 2 uur rijden dus we gingen op tijd op pad. Maar rond 10 uur reden we een file in op de snelweg. Het evenement trok behoorlijk wat kijkers. Toen de eerste afslag gepakt en via allerlei achteraf weggetjes geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de dropping-zone te komen. De parkeerplaatsen waren of te ver weg, of al vol. Dus de auto op de gok maar langs een weggetje geparkeerd en nog een paar kilometer gelopen (via het gehucht Le Port Filiolet tot aan Caponnet) om op een redelijke plaats te komen waar we het goed zouden kunnen zien. We stonden er nog maar een paar minuten en de show begon. Eerst met een stuntteam met straaljagers en daarna kwamen de Dakota’s met de parachutisten.

We konden alles goed zien, maar we stonden veel te ver van de actie. Dus na de tweede golf maar besloten om midden in de drop-zone te gaan staan. Niemand hield ons tegen. Dat hadden we meteen moeten doen, want de actie was daar een stuk beter te bekijken.

Op maandag hebben we uitgeslapen en zijn daarna naar de haven van Antifer gereden, waar mijn vader in de jaren 70 zo'n 3 jaar heeft gewerkt tijdens de aanleg van de haven. We zijn ook nog doorgereden naar Auchan in Le Havre om een nieuwe broek en schoenen te kopen.

Op dinsdag de 11e was de eerste groepswedstrijd van het Nederlands Vrouwenelftal in Le Havre. Omdat we direct na de wedstrijd naar het vliegveld in Parijs moesten hebben we de auto strategisch vlak bij het stadion geparkeerd zodat we meteen weg konden rijden richting de snelweg.

Toen eerst met de bus richting het strand waar de supporters zich verzamelden voor de Oranjemars. We waren net op tijd om het vertrek mee te maken. Toen we halverwege het stadion waren hebben we de Oranjemars verlaten en hebben een restaurant opgezocht, want een mens moet toch ook eten. Na het eten zijn we naar het station gelopen, waar we met een speciale supportersbus naar het stadion zijn gereden.

De foto’s zijn hier te vinden:

Link

Woensdag en vrijdag heb ik twee dagen gewandeld over de falaises en over het strand. De ene dag vanuit Étretat via het dorp naar de noordelijke rotsen en stranden. De andere dag vanuit Le Tilleul, via de Valleuse d’Antifer naar de kust gelopen en vanuit daar zowel over de rotsen als over het strand ongeveer tot aan Étretat gelopen. Het was schitterend weer en ik ben behoorlijk verkleurd.

De donderdag daar tussenin was het wat slechter weer en ben ik weer richting de invasiestranden gereden. Ik heb daar eerst een bezoek gebracht aan Bénouville. Hier landden vlak na middernacht op 6 juni 1944 de eerste geallieerden. Een groep Britse militairen landde met zweefvliegtuigen op de oevers van de Orne. Zij moesten de brug over de Orne veroveren. De bezette Fransen die als eersten werden bevrijd was de familie Gondrée, die een café hadden vlak naast de brug. Het café staat er nog steeds en wordt nu gerund door de kleindochter. Van binnen is het net een museum. Ik mocht er helaas geen foto’s nemen. Ik sprak op de andere oever met een oudere dame uit Engeland. Ze zei dat ze hier om de paar jaar kwam om de gevallenen te herdenken. Na al die jaren is de oorlog bij sommige mensen nog springlevend.

Na Bénouville ben ik doorgereden naar de kust en via de kustweg naar het zuiden gereden.
Langs Juno Beach, Saint-Aubin-sur-Mer en Sword Beach naar Arromanches-les-Bains. Daar is het redelijk druk, maar valt er ook veel te zien, met onder andere een museum en de restanten van de kunstmatige haven die hier in 1944 is aangelegd om de geallieerde troepen te bevoorraden en meer voertuigen aan land te brengen. Daarna doorgereden naar Longues-sur-Mer, waar nog redelijk goed bewaarde restanten zijn van een artillerie batterij. Hierna doorgereden naar de stranden van Omaha Beach. Hier zijn tijdens de landing in 1944 de meeste geallieerde slachtoffers gevallen. In de duinen zijn nog een aantal bunkers en loopgraven te vinden. Ik wilde ook graag de Amerikaanse begraafplaats bezoeken, maar die was inmiddels al gesloten. Dus dat doen we een volgende keer. Net als het Overlord museum in Le Bray.

Honfleur

Op de terugweg nog even een aantal foto's gemaakt van de oude binnenhaven tijdens het blauwe uurtje. Ik had helaas niet de tijd om dit keer meer van Honfleur te zien. Het dorp is zeker de moeite waard om hier wat langer rond te kijken.

Étretat
Dan rest nog de vraag hoe Étretat is veranderd in de afgelopen 40 jaar.
Het knusse en authentieke is er zeker van af. Het dorp is veel toeristischer geworden. Het stalletje met de crêpes is verdwenen. Daar tegenover zit nu een ijssalon. Er zijn nog meer goedkope horeca gelegenheden bij gekomen. De weilanden net ten zuiden van het dorp, die altijd vol waren met konijnen, hebben plaats moeten maken voor parkeerplaatsen voor honderden auto‘s.

De tunnel vanaf het noordelijke strand naar de kerk is afgesloten. De (ontsnappings-)trap vanaf het strand achter de Porte d’Aval die omhoog gaat naar bovenkant van de falaises is ook afgesloten. Gelukkig maar! Want dat was een gevaarlijk ding. Ik heb hem een keer omhoog gelopen met mijn broer en opa en vond dat achteraf toch wel een gevaarlijke onderneming. Er is nu een soort van schuilhut gemaakt in de grot (Trou à l’Homme) voor de mensen die overvallen zijn door het opkomende tij en moeten wachten tot het water weer is gezakt.

Ik heb de indruk dat er niet veel vissers meer zijn. Ik heb in die week niet één visser gezien. Nog iets opvallends: Ik heb ook 2 middagen over het strand gelopen en heb daar niet 1 levende krab gezien, terwijl die er vroeger volop waren. Dus de natuur heeft zeker een stap terug gedaan. Maar het blijft fantastisch om over of onder de falaises te lopen. Wat dat betreft blijft het zeker de moeite waard om een bezoek te brengen aan deze omgeving.